DE ZETTING VAN 1726


Ondertekend door Pr. Vanden Abbeelen , Bartholomeus Vanden Borre , G. Walravens , Jan Cosijn , Adam Van Vrechem , Gillis Smet , Gillis De Vidts , Jan De Vleeschouwer , Jan Herremans , Jan Baptiste Stevens , Nicolaes De Vleeschauwer , J. Vanden Broecke , Jacobus Lemere en Cornelis Herremans , J. Foubert respectievelijk baljuw , burgemeester , schepenen en bedesetters en als griffier J.P. Van Vaerenberch

Dit over de 3 XXste penningen van het jaar 1726 voor de subsidie van 1726 ter somme van 1298 guldens op den voet van de leste nieuwe cohieren over het innekomen van alle gronden en erfven tzij landen , weijden , bempden , bosschen , vijvers , thienden , molens , huysen en alle andere goederen eenighe vrucht ofte proffijt uitbrengende tsij leenen geamortisseert van Commanderijen der Militaire broeders , geestelycke en wettelijcke gepriviligeerde en ongepriviligieerde ,

mitsgaders van alle neiringh doenders tsij winckeliers , brouwers , tappers , backers , raeijmaeckers ( lees : carliers , wagenmakers ) , en anderen en niet iemant gesondert ofte gereserveert van wat nature , qualiteijt of conditie ofte staet die mogen weesen ,

behoudelijck dat competentie pastoreel of conjure portie van de pastoirs wiens geheel innekomen hunder pastoreele incomen niet excedeert de 450 guldens sjaers sal vrij en exempt weesen van dese 3 XXste penninghen over de goederen van hun pastorije ter concurrentie van 300 R sjaers en de gonne van diegenen wiens innecommen excedeert de 450 guldens sullen maer genieten de vrijdom van 200 guldens sjaers

tsij dat de selve pastoors hunne thienden en goederen toebehoorende aen hun pastorije self houden en cultiveren tsij dat sij die verhueren ende verpachten

en dit op den voet van de leste aendrachten en cohieren der XXste penningen gemaeckt in den jaere 1686 ( ** ) enz. . . . . .

hierna volgt een lange uitleg omtrent wat te doen als de tienden en de pastorele erfgronden verpacht werden , is niet bewerkt

( **  , als basis voor deze zetting is het terroir van Meerbeke van het jaar 1686 gebruikt , we hopen dit ooit eens te bewerken )

En hier wordt ommegestelt de settinghen van 30 stuivers / bunder te betalen op de hemelse breedte



                                                                                                                              INWONERS VAN MEERBEKE

  1. De plaetse ( 5 geestelijken en 26 )


  2. Schalkem ( 19 ) en Denderstraete ( 6 )


  3. Wolputte ( 11 ) en Clapstrate ( 6 )
     

  4. Hoesbeke ( 19 ) en Poelck ( 12 )
     

  5. Ternat ( 36 )
     

  6. Ten Berghe ( 24 )
     

  7. Steene Brugghe ( 14 )
     

  8. Elsbeke ( 11 )  en Nepe ( 14 )
     

  9. Prindael ( 15 )


                                                                                                                                AFSETENEN
  1. De afsetenen ( 74 )


    SOM VAN DE GENERAELE BREEDE TOT 953 BUNDER 3 DACHWANT 38 ROEDEN BEDRAEGHT A 35 STUYVERS TEN BUNDER : 1430 GULDENS 15 STUIVERS 1 OORT

  1. De tienden , molens en neringhen

          SOM VAN DE TIENDEN , MOLENS EN NERINGHEN : 132 GULDENS 14 STUIVERS 3 OORDEN


TOTALE ONTVANGST : 1563 GULDENS 10 STUIVERS
 

ONKOSTEN IN GULDENS ( R ) EN STUIVERS ( S ) EN OORDEN ( O )

1) het maecken van het settinck boeck door den rendant : 9 R
2) deselven over den seghel : 10 S
3) den rendant heeft betaald aan de baljuw over zijn recht en stokslag in het verpachten deser settinghe als ordinair : 4 R 4 S
4) aan den heere greffier over het maken van de conditien van verpachtinge met het schrijven van de ommestelling : 2 R 8 S
5) aan deselven greffier over de seghel : 6 S

6) item voor uitgave de 2 bunder vrij voor de officieren : 3 R
7) item voor uitgave de pastorele breede ofte curegoet voor 770 roeden : 2 R 19 S
8) item voor de quotisatie van de thienden van den Eerw. Heere Pastoor : 9 R 2 S 2 O
9) item voor de Godshuizen tot 81 roeden : 6 S
10) item voor de breede der prochie tot 55 roeden : 4 S 1 O

11) aan de greffier over het examineren van den rendants billetten tot het stellen deser als ordinair : 1 R 4 S
12) item aan de greffier over het stellen deser rekeninghe mits 60 folio's : 18 R
13) item voor de seghel : 6 S 2 O

14) aan de heer bailliu over zijn vacatie ter auditie deser : 6 R
15) aan de greffier over zijn vacatie : 4 R

Gedaan op 09.02.1728