WEDERGRATE 229 A , betreft de jaren 1749 tot 1750
4 kinderen uit dit huwelijk
, verkaveling gebeurde tussen de 4 staken :
1) Gerardus Mertens
2) Jfr. Joanna Mertens begijntje int Cleyn begijnhof te Gent
3) Livinus Mertens mineur
4) Glaudius Mertens mineur
V.P. Peeter Mertens fs. Jans halven broeder van de minderjarige wezen
V.M. Livinus Laurent
Aan deze 4 kinderen competeert uit hoofde van hun moeder de helft van 75 roeden
conquest uit de behuysde hofstede gelegen te PL die int geheel groot is 100
roeden int gehuchte te Rode
- oost de straete
- zuyt den voetwegh
- west het goet van de voorkinderen
en de 4 kinderen verwerven elk 1/4de van deze 37,5 roeden wegens hun moeder
De 4 kinderen kwam bij de verkaveling van de huysingen toe :
EDIFICIEN VAN HUYSINGHEN
Te weten de volgende delen :
3) de schaepstallen , eerst degene die staat op de oostsijde met de helft van
het scheegebout jegens den andere is 57 R verminderd met 6 R daar deze stal is
staende ten deele op de cheijns en zal apparentelijk moeten vervoerd worden :
51 R
4) de andere schaepstal hangende aen de voorste en het cleijn wagenhuys daer
mede gepresen ook gekort met 6 R als voren : 63 R
5) de haverschuur te weten den winckel en de voorvloer met de helft van het
ghebout jegens den anderen winckel : 69 R 14 S
6) den winckel van de groote schuere metten schuervloer geheel en de helft van
de scheeghebouden : 63 R 14 S
7) den anderen winckel ten noorden van deselve groote schuere met geheel het wagenhuys en
de helft van de scheegebouden : 67 R
8) de calverstal met de helft van het scheegeboude jegens den koestal : 43 R
9) de koestal en backcamerken met de helft van het scheegeboude tot tegen de
achtervloer : 54,5 R
12) de grote gemetste camer met de kelder daeronder met haar muren : 170 R
13) de helft van de steenput : 36 R
15) een backoven staende in den hoplochtinck is gepresen in liggende waarde :
10 R
Totaal voor de huizingen : 553 R 4 S
Cavel A aan Livinus Mertens
Cavel B aan Gerardus Mertens
Cavel C aan Glaudius Mertens
Cavel D aan Jofr. Joanna Mertens
Present op 20.11.1749 : de baljuw , Geeraert Van Assche , G. Lemmens ,
Cornelis De Maeseneer
15) 1 manne , 1 corf , 2 lichtvaten , 2 strijckijsers , het vlas en het garen en het geknapt vlas : 10 R 8 S
16) een koe , een vercken , 2 hoenders : 46 R 10 S
17) de aertappelen , claveren , pottagerije bevonden op
de hofstede : 18 guldens 2 stuivers
18) op het dw. conqueste staan 75 roeden met rogge ,
hiervoor met het derde mesvet : 15 guldens 8 stuivers
19) de rest te weten 25 roeden is braecke en met labeur : 17,5 S
20) de bomen soo op de hofstede als op de conqueste : 26 R
21) het vlasch van 1,5 veertel lijnsaet op den gront
van Jan Van Vreckem : 9 R
22) 2 gauden ringen en silveren oorijser : 22 guldens
15 stuivers
23) is goetvindende van Christiaen Wauters over incoop
bij het overlijden van Philips Wauters : 4,5 guldens
24) contante penningen : 3 guldens 16 stuivers
T.B. : 332 R 4 S
COMMEREN EN LASTEN
1) de funeraillen : 18 guldens 14 stuivers
2) aan mijnheer van Wedergraet over 3 jaar cijnspacht : 22,5
guldens
3) de settinge van Neygen van 1746 " met aftreck van 3 daegen als
keurlinck geweest te zijn " en dit was 9 guldens en verder over de settinge
van 1747 tot 11 guldens : 20 R
4) aan den doctoor Thibaut tot Ninove over visiten en medicijnen :
6 guldens 18 stuivers
5) aan Jaspar Somers over reste van coope van sekere partije lants
te Neygen : 5 guldens 5 stuivers
6) aan Pieternelle De Saeger over verdienden bodeloon : 4,5 guldens
7) aan heer van LvW over het saeyen van een veertel lijnsaet en
over coop van tommaert : 6 R 10 S
8) aan Jan Van Vreckem over koop van haut : 4 R
9) verder nog kleine kommers en de administratieve kosten
T.K. : 104 R 18 S 3 O
MEER BONI DAN MALI : 227 guldens 5 stuivers en een oort
Present op 05.02.1750 : J. Vander Mijnsbruggen baljuw , Geeraert Van Assche , G. Lemmens en
Gillis Lemmens
Present op 20.03.1750 : de baljuw , Geeraert Van Assche , G. Lemmens
- schockeloen op 80 roeden met claversaet van
jonge claveren en derde mesvet : 18 R 2 S
- 300 roeden rogge is 45 R , derde vette tot 9 R , de houtwas 8 R 10 S en dit op
het Meersvoordevelt : 58 R 10 S
- 225 roeden met claveren en derde asschen tot 23 R 13 S , de opgaande bomen 9 R
, de houtwas 7 S : 33 R
- 190 roeden met vlas : 86 roeden
- 80 roeden erwten en 50 roeden haver : 17 R
- 300 roeden met haver : 44 R
- 300 roeden met rogge : 60 R
- 150 roeden met tarwe op het Correelblock : 21,5 R
- 40 roeden " braeckrogge met het derde vet " : 10 R 16 S
- tarwe met braeckloof en houtwas op den Moortput : 49 R 1 S
- 300 roeden met rogge is 51 R en met het derde mesvet is 9 R samen : 60 R
- claveren op 100 roeden : 7,5 R
- int blocq zijn er 40 roeden hoijgars tot 30 S , 100 roeden boonen tot 12 R ,
de houtwas is hier 11 R 8 S is samen : 24 R 8 S
- de claveren op " Keelemanslochtinck " is 10 R , de derde asschen 1 R 3 S , de
houtwas 5 R is samen : 16 R
- de houtwas op enkele partijen is niet bewerkt , red.
- item in de braecke met 3 voren tot 540 roeden op differente partijen en alle
gemest tot 7 R /dw : 66 R 5 S
- omtrent het velt daer sloorsaet geschoren is tot 280 roeden derde mest en 530
roeden omgestort : 14 R 16 S
27) tegoed van diverse personen
- van Mijnheer Vander Noot over levering van steen 3 R 3 S
- peerdewerck voor Pieter Van Cauwenbergh 4 R 15 S
- peerdewerck voor Jan Vierendeel 3 R
28) de contante penningen : 50 R
29) 700 voeten bert , al het branthout , de schelfperssen : 31,6 guldens
30) te weten dat de voogd Karel Capiau verklaart dat hij aan de overledene heeft
geavanceert als " huwelijcken gifte " : 304 R 8 S , hier voor memorie
T.B. : 2288 R 7 S
KOMMEREN EN GEMEENE LASTEN
1) de funeraillen en de hoofdstoel tot 39 R 9 S doch gezien de hoofdstoel nog
niet is betaald dit dobbel tot 6 R is samen : 45 9 S
2) over de settingen van DW :
- reste van 1748 : 10 R 11 S 1 O
- 1749 : 106 R 11 S
- 1750 bij provisie mits de braecke en de helft van het sloorsaet blijft
onverleth genomen op 9 R / bunder : 81 R
totaal : 198 R 2 S 1 O
Over pachten
3) aan dheer Joannes Philips Van Vaerenberch greffier van Meerbeke over
landpachten : 30 R 19 S
4) aan Mhr. Van Beughem : 23 R
5) aan abdij van Vicoigne over pachten en verdinght schoofrecht voor jaar 1750
tot 90 R 16 S en is reeds ten dele betaald : 83 R 15 S 2 O
6) aan Jfr. Van Heghe over landpacht : 7 R
7) aan Mijnheer Lefeber over 2 jaar meerspacht : 14 R
8) aan Geeraert Van Assche burgemeester over 2 jaar pacht met het openstaande
wijngelt : 50 R
9) aan Armen van DW over landpacht : 3,5 R
10) aan Kerk van DW over 2 jaar chijnspacht : 3,5 R
11) settingen van Meerbeke
- anno 1749 over 422 roeden : 8 R
- schuld aan Jan Baptiste Lemmens over verschot van settingen op Meerbeke over
1748 en 1749 tot 26 R 10 S 2 O en verminderd met de huur van een schuur met 6 R
: 20 R 10 S 2 O
( redactie : Maria Mignon heeft uit hoofde van haar ouders eigendommen in
Meerbeke )
12) over schoofrecht
- aan Sr. Jan Valck : 2 R
- aan Sr. Blocq : 7 R 4 S
13) aan Pieter Hasché steencapper over steenen gecapt te hebben : 62 R
14) aan Carel Raps ( lees : Raspe ) over smeewerck : 10 R
15) aan Jan Coutteau over gelevert wagenwerck : 9 R
16) aan de 5 halfbroers en halfzusters van de houderigge over pacht : 26 R
17) aan dezelfde halfbroers en halfzusters over hun vaderlijke en moederlijke
weesepenningen gemaakt bij overlijden van Jan Mignon : 109 R 5 S 1 O
over diensthuur van het personeel
18) aan Hendrik Mignon over zijn daghuren tot heden : 9 R
19) aan Catharina Schoonjans over haar daghuren : 12 R
20) aan Jan Vierendeel over diensthuur : 4 R
21) aan Sr. Rockelé over een obligatie van 100 R met enkele maanden crois : 102
R 10 S
22) Compensatie aan de houderigge over verkoop van haar erfgronden gedurende het
huwelijk :
- 50 roeden hofstede in Neygen aan Jan Baptiste De Vriese voor 112 R 10 S
- 62 roeden land op de Gaver aan Cornelis Claesens voor 52 R 14 S
- 53 roeden land neffens diens hofstede aan Jan Baptiste Lemmens en ook nog 13
roeden gelegen op Windeke voor 104 R 7 S
is samen : 269 R 11 S
23) over koeijgelt en maelgelt : 6 R 12 S
24) kosten van de SvG : 19 R 2 S
T.K. : 1136 R 1 S 1 O
Present op 16.07.1750 : de baljuw , Geeraert Van Assche , Guilliam Buydens
a) de meubelen te weten
1 hael , 1 tange , 1 vierschippe , 2 ijseren potten , 1 rooster : 5 R
b) de coperen marmitte , 14 pont tin , de lanteirne , 2 lichtvaten : 11 R 12
S
c) 1 keeren , 1 saencuype , 8 tonnen , 1 vleeschcuype , 1 wascuype ,
voordere eemers : 12,5 R
d) 1 mouille , 1 ovael tafelken , 6 stoelen , 1 cleerkasse , 1 schapraai , 1
kiste : 6 R 4 S
e) cleederen van overledene : 22 R
f) cleederen van de houderigge behalve haar beste cleet : 15 R
g) een pluymen bedde met al het voorder slaepdingen en 3 lijne sacken : 32 R
10 S
h) 75 pont hoppe : 3 R 15 S
i) 40 pont verckensvleesch , 50 pont boter , 3 sacken aertappels : 15 R 12 S 2 O
j) 1 schippe , 1 braecke , 1 picke , 1 bijl , 1 ames , 1 breebijl , 1 saege ,
eenigh timmeralaem : 6 R
k) vlascnappe , asper , corf , hekel , 2 strijckijsers : 4 R 1 S
l) in de schuere noch te dorsschen 50 tienlingen graen en 50 rations hoij met 20
banden vlas : 31 R
m) een oudt meulepeert : 10 R 10 S
n) 1 koeij , 1 kalf , 2 verckens , 20 hoenders en 1 haen : 47 R 4 S 2 O
o) op den solder :
- 20 veertels graen
- 2 veertels lijnsaet
- 3 sacken swijnaert
- 2 veertels roomsche boonen
samen : 23 R 18 S
p) het brandhout : 5 R
q) over 100 roeden bezaaid met rogge de helft en de andere helft braecke : 18 R
13 S
r) 50 roeden jonge claveren met claversaet en mesvet , ook mesvet in de
potagerije : 4,5 R
s) tegoet van Anthoon Van Hassel : 31 R 8 S
t) tegoet van diverse personen over verkoop van meel : 9 R
u) al het aerden , steen en geleyert werck , flessen en schotels en lepels : 2 R
v) de contante penningen : 10 R 10 S
w) tegoet van Jan De Mil tot Heijcruys over de uitkoop van de meubilaire
effecten gedaan bij de moeder van de overledene jegens dezelfde De Mil is 50 R
Doch hier moet nog " neerstigh ondersoeck " gebeuren dus voorlopig voor :
memorie
x) de overledene heeft uit den hoofde van zijn moeder tegoet " in de parochie
van Maes " een onbekende som waarover ook onderzoek moet gebeuren
T.B. : 1341 R 11 S 2 O
DE KOMMERS
1) de funeraillen : 27 R 5 S
2) aan de ontfanger Stevens over de settingen
- jaar 1748 par reste : 96 R
- jaar 1749 : 105 R
- jaar 1750 bij provisie : 105 R
3) aan Mijnheer Vander Noot over land en molenpachten 348 R 16 S , over een
obligatie 200 R , voorders van half meerte tot heden nog verstreken 161 R is
samen : 709 R 16 S
4) aan Joseph Bonnier over smeewerck : 13 R
5) aan Jan Baptiste Raveijts over verdiende arbeyt : 8 R
6) over coegelt en maelgelt : 3 R 18 S
7) aan Kercke en Armen LFR over 3 jaar cijnspacht : 13,5 R
8) aan Anna Lemmens over 2 jaar pacht : 20 R
9) aan Jovr. Buydens over schoofrecht : 1 R 5 S
10) idem aan abdij Vicoigne : 2 R 10 S
11) aan de greffier Joannes Van Vaerenberch over coop van boomen : 21 R
12) aan Anna Lemmens over idem : 5 R 5 S
13) aan pastoor van Neyghen over pacht van 2 jaar : 6 R
14) aan Christiaen Walraevens over arbeijt : 4 R 19 S
15) kosten van de SvG : 13 R 4 S
T.K. : 1155 R 14 S 2 O
Present op 03.12.1750 : de baljuw , G. Lemmens , Jan De Boeck