SCHEPENBRIEVEN ANNO 1629 omtrent NEIGEM
25.05.1629 : Mr. Jan Huwaert bij
procuratie van Jan De Doncker verkocht aan E.H. Jan De Reu pasteur van Neigem :
1/2 bunder weijde te Neyghen aen de Papestrate
- deen sijde en eynde het Sollevelt
- ander sijde en derden sijde het Curengoet van Neygen
op kommer van 48 stuivers aan de Armen van Sint Nicolaes tot Gendt
Present : Joos Van Vaerenberch meier , Gillis Buydens , Cornelis Van Eesbeke
, Guilliam Van Snick , Joos Vanden Berghe
25.02.1629 : E.H. Jan De Reu erkent
een rente aan Jan De Doncker van 13 R 5 S sjaars / 16de / beseth op :
1) half bunder meers , zie supra
2) zijn persoon en al zijn goederen present en toecomende
Present : zie supra
Anno 1631 heeft Joos De Cooman officier bij procuratie hem gegeven en verleend
door Nicolaes Bossche coopman in wijnen x Maria De Doncker fa. Jans gekend dat
E.H. Jan De Reu deze rente heeft gelost
21.06.1629 : Guilliam Buydens fs. Pieters is schuldig aan Machiel Vander Roost :
1) rente van 4 guldens / 16de penninck /
volgens constitutiebrief van 19.12.1552
2) rente van 36 stuivers / constitutiebrief van 21.03.1513
beseth op :
1) de helft van een onbehuysde stede in Neyghen op de
Hameyde groot 180 roeden
- den bogaert van de voorste Nicolaes Jacquemijns
- west de weduwe en hoirs van Pieter De Dijn fs. Anthonis
- noort het leen van Adriaen Van Boterdaele
- vooren tegen sheeren strate
2) de helft van 1,5 dw. meersch op Groot Oosteycken
- tegen Brabant
- 2 sijden het goet van den heere van LvW
- kerckengoet Neyghen
3) de helft van 1 dw. lant in Liefferingen op het
Liefferinghevelt
- goeden Jacques Van Bossuyt
- sheeren strate
welck de comparanten verkocht hebben aan Jacques Van Bossuyt
4) de helft van 3 lijnen meersch in de Liefferinghenmeersch
- de Wed. en dhoirs Pieter Panneels
- Jouffrouwe Petronella Van Breuseghem Begijntje haer erve
- een eynde het Liefferinghevelt
Present : Joos Van Vaerenberch meier , Gillis Buydens en Jan Van Santen
schepenen
Marge : Sr. Gillis Jacquemijns fs. Daneels transporteert deze rente van 5
guldens 12 stuivers aan Jan Pardaens , rest van de tekst is onduidelijk ,
ondertekend in 1676 door schepenklerk Gillis
Zie ook schepenbrieven anno 1630