Red. : het gaat hier om de wezenrekening van Gillis Buydens , het jongste kind van Pieter Buydens en Elisabeth Pleck
WEZENREKENING van de weese van wijlen PIETER
BUYDENS fs. GUILLIAM en wijlen ELISABETH PLECK , gedaan in 1720
Rekening door Pieter Mertens als vooght van de minderjarige weese van wijlen Pieter Buydens fs. Guilliam en wijlen Elisabeth Pleck van zijn wezenrekening
A) Ontfanck van pacht van landt , meersschen ende huysinghen als volght
1) ontfanck van Adriaen De Mol van een jaer huer van den coestal verschenen Kerstmis 1718 : 10,5 guldens
2) ontfanck van Jan Buydens over 3 jaeren pacht van den peerdestal verschenen Kerstmis 1719 : 36 guldens
3) van Jan Buydens over 1 jaar pacht van de schuere verschenen Kerstmis 1717 : 26 guldens
4) 3 jaar pacht van een meers verschenen Kerstmis 1719 : 6 guldens 3 stuivers
5) van Michiel Rockelé over 3 jaar lantpacht dleste verschenen Kerstmis 1719 : 9 guldens
6) van Pieter Pleck over 2 jaar lantpacht dleste verschenen Kerstmis 1718 : 4 guldens
7) item van deselven Pieter Pleck over 2 jaar lantpacht verschenen Kerstmis 1718 : 4 guldens 14 stuivers
8) van Jan Buydens over lantpacht over 3 jaar verschenen Kerstmis 1719 : 16,5 guldens
9) van Christiaen Langenhaecke over 2 jaar lantpacht verschenen Kerstmis 1718 : 16 guldens
10) van Lieven Van Herreweghen over 2 jaar lantpacht verschenen Kerstmis 1718 : 2 guldens
11) van Pauwel Van Herreweghen over 2 jaar lantpacht verschenen Kerstmis : 4 guldens
12) van Jan Buydens van 3 jaar pacht leste Kerstmis 1719 : 13,5 guldens
13) van Christoffel De Doncker over 2 jaar lantpacht leste 1718 : 4 guldens
14) van den selven over het jaar 1719 : 2 guldens
15) van Jan Buydens over 3 jaar lantpacht leste 1719 : 12 guldens
16) den selven over 3 jaar leste 1719 : 18 guldens
17) idem als vooren over 3 jaar leste 1719 : 11 guldens 10 stuivers
18) den selven over 3 jaar leste 1719 : 20 guldens 5 stuivers
19) van Adriaen De Mol over 2 jaar lantpacht leste 1719 : 17 guldens
20) van Jan Buydens over 3 jaar lantpacht leste 1719 : 15 guldens
21) van deselven over 2 separate partijen ineen gelegen over 3 jaar leste 1719 : 27 guldens
22) van Cathelijne Stevens over 3 jaar lantpacht leste 1719 : 24 guldens
23) van Adraien De Mol over 2 jaar lantpacht leste 1719 : 8 guldens 4 stuivers
24) Jan Buydens over 3 jaar leste 1719 lantpacht : 2 guldens 5 stuivers
25) van Cornelis Verhasselt over 3 jaar lantpacht leste 1719 : 8 guldens 5 stuivers
26) van Jaspar D'Hauwer lantpacht over 2 partijen leste 1718 : 16 guldens
27) deselve over jaar 1719 : 8 guldens
28) van Geeraert Thienpont over 2 jaar lantpacht leste 1718 : 2 guldens
TOTALE SOM : 347 guldens 11 stuivers
TWEEDE CAPITTEL VAN CROISEN VAN RENTEN ENDE OBLIGATIES
1) van Sr. Jan De Backer ontfanger van de
prochie van Warbeke ende Nauwenhove de somme van 216 guldens in 3 differente
reijsen ter rekeninge van de openstaende
croisen die de voorste weese is hebbende : 216 guldens
2) van Jan Thienpont fs. Adriaens van 2 jaar crois van een rente van 3 guldens dleste de 14.01.1719 : 6 guldens
3) van dheer Romanus T'Kint ontfanger der prochie van Denderwindeke over 2 jaar crois van een rente ten laste van de prochie van Denderwindeke van 12 guldens 10 stuivers sjaers dleste 1718 : 25 guldens
4) item van deselve Romanus T'Kint van een andere rente van 5 guldens sjaers ten laste van de prochie van Denderwindeke verschenen Kerstmis 1717 : 5 guldens
5) van Jan De Ro betaelende over dhoirs Pieter De Ro tot Lieferinge de somme van 100 guldens wisselgelt in voldoeninge van het capitael van een obligatie compt alhier in couranten gelde : 116 guldens 13 stuivers 1/4de
6) van deselven Jan De Ro over openstaende croisen van deselve rente dleste 13.03.1720 : 34 guldens 15 stuivers
7) item ontfanghen van Adriaen De Mol de somme van 193 guldens 3 stuivers over de prijsije van de edificien van de schuere volgens het accort van de oppervooghden met den voorsten De Mol : 193 R. 3 stuivers
8) item van den selven over crois tot 5de meerte 1720 : 5 guldens 12 stuivers
9) ontfanghen van Jan Mercx ende Adriaen Van Geelt over vercoopinge van 36 roeden staeckhout : 36 guldens
10) ontfanghen van Nicolaes Bogaert over het paert van dese weese over vercoop van boomen : 9 guldens 12 stuivers
11) ontfanghen van Martinus Lemmens soo vele den selven bij sloote van rekeninghe ten achter is gecomen ende de weesen ten vooren op 04.04.1718 : 144 guldens 3 stuivers 1/4de
DERDE CAPITTEL : UIJTGHEVE ENDE BETALINGHE
1) betaelt aen de huysvrouwe van Sebastiaen Millo de somme van 32 guldens 11 stuivers over coop van laecken mette toebehoorten om een cleet voor de weese : 32 guldens 11 stuivers
2) aen Pieter Van Herreweghen cleermaecker over het maecken van tvoorseyde cleet voor de weese op 13.04.1718 : 3 guldens 11,5 stuivers
3) aen den regent van clooster van Sint Adriaens tot Geerarsberghe volgens quitantie van 1 mei 1718 : 9 guldens
4) aen Guilliam Eylenbosch schoenmaecker over het maecken van schoenen voor de weese op 01.05.1718 : 2 guldens 14,5 stuivers
5) aen Sr. Jan Jouvineau boeckbinder tot Geerarsberghe over leveringhe van pampier op 01.05.1718 : 3 guldens 8 stuivers 3/4de
6) aen Sr. Adriaen De Mol tot Ninove over leveringhe van een jipon ende broeck op 10.06.1718 : 3 guldens 18 stuivers
7) aen Pieter Vanden Herreweghen over het maecken van een jipon voor de weese op 24.06.1718 : 14 stuivers
8) aen de huysvrouwe van Jan De Kinder over leveringhe van lijnwaert op 29.07.1718 : 3 guldens 14 stuivers 1/4de
9) betaelt aen Jan Buydens de somme van 91 guldens 6,5 stuivers over één jaar de weese int collegie tot Geerarsberghe gelevert sijne montcosten van jaere 1717 als over voorschot van gelde en anderssints
10) aen Sr. Jan Jouvenau tot Geerarsberghe de somme van 1 gulden 10 stuivers over de leveringhe van pampier op 13.10.1718
11) aen den Regent van het clooster van St. Adriaens de somme van 9 guldens op 14.10.1718
12) aen Jacobus De Clercq cock int clooster van St. Adriaens over leveringhe van 24 partiën a 1 stuivers van jeden , quitantie van 14.10.1718 : 24 stuivers
13) aen dhuysvrouwe van B. Daumerij tot Geerarsberghe over leveringhe van een paer causen : 2 guldens 2 stuivers
14) aen Guilliam Eylenbosch 3 guldens 2 stuivers over leveringhe van een paer schoenen op 13.10.1718
15) aen Jan De Screvel over leveringhe van smaut ende keerssen voor deselve weese op 13.10.1718 : 1 gulden 4 stuivers een blancke ( lees : 3/4de stuiver )
16) aen Romanus T'Kint over de settinghe van het jaar 1717 : 1 gulden 3 stuivers
17) aen Sr. Andreas Le Cocq proost ende
ontfangher van de abdij van Vicoigne over de pontpenninghen van eenen bosch
geleghen in de Peyenbeke teghen den Grooten Lietersberch dese weese paert over
het jaer 1718
: 1 gulden 12 stuivers 3/4de
18) aen Christoffel De Doncker over pacht soo vele deselve weese te doghen hadt over haer pacht van een jaer pacht verschenen kerstmis 1715 : 8 stuivers
19) aen de regent vant clooster van Sinte Adriaens voor jaer 1719 : 8 guldens
20) aen Jacobus De Clerck cock int selve collegie over montcosten gerekent op 19.01.1719 : 1 gulden 12 stuivers
21) aen heere proost van Vicoigne op 12.01.1719 over heerlycke renten : 19,5 stuivers
22) aen den heere advocaet Mr. L.F. Fievetz advocaet tot Geeraertsberghe over besoignen voor deselve weese betaelt op 11.01.1719 : 2 guldens
23) aen den heere proost van Vicoigne over heerlycke renten op 17.01.1719 : 6 stuivers 3/4de
24) aen Joannes De Weghe procureur van desen lande over debvooren ende salarissen gemeriteert tot laste van deselven weese : 1,5 guldens
25) aen de huysvrouwe van Francis De Kinder over leveringhe van " trille ende kemelsair " ( lees : kemelshaar ) : 1 gulden 4 stuivers
26) aen Pieter Van Herreweghen " over het keeren van eenen cosack " voor de weese : 1 gulden 19 stuivers
27) aen Pieter De Bruyne over leveringhe ende coop van " een leren broeck ende een paer hantschoenen " voor deselve weese : 3 guldens 2 stuivers
28) aen den heere proost Le Cocq van Vicoigne op 15.02.1719 van pontpenninghen ende heerlycke rente : 1 gulden 15 stuivers 3/4de
29) idem op 15.02.1719 van pontpenninghen ende heerlycke rente aen Vicoigne : 1 gulden 12,5 stuivers
30) aen Lieven Van Heddeghem Armmeester deser
prochie de somme van 2 guldens 5 stuivers een blancke over 2 jaar cijns ende
lantpacht van de jaeren 1715 ende 1716 volgens quitantie van 22.02.1719 : 2
guldens en 3/4de
stuivers
31) betaelt aen Jan Van Craenenbroeck bij ordonnantie van deselven Armen 2 veertelen coorens uytgaende op de goederen van dese weese aan 9,5 stuivers de veertel op 01.03.1719 : 19 stuivers
32) aen den heere griffier van desen lande gemeriteert in de clachte van den heere proost teghen de weese : 1 gulden 15,5 stuivers
33) op 18 meerte 1719 bij ordonnantie van den Armen betaelt aen de weduwe Nicolaes Van Hasselt 2 veertels cooren a 9 stuivers 1 blanck de veertel : 19,5 stuivers
34) aen procureur De Weghe over salarissen ten laste van dese weese : 18 stuivers
35) aen Guilliam Eylenbosch meester schoenmaker de somme van 4 guldens 12 stuivers over coop ende leveringhe van schoenen voor de voerseyde weesen : 4 guldens 12 stuivers
36) aen den regent van tclooster van Sinte Adriaens tot Geerartsberghen op 01.01.1719 : 8 guldens
37) aen den advocaet Yperzele over besoigne van deselve weese gedaen op 03.05.1719 : 9 stuivers
38) aen den heere proost over heerlycke rente op 04.05.1719 : 1 gulden 5 stuivers 3/4de
39) aen den ontfanger T'Kint over settinghe van jaer 1718 : 1 gulden 5 stuivers
40) aen Romain d'Hoije hoijmaecker ( lees : hoedenmaker ) tot Nienove over de leveringhe van 2 hoeden voor de weese : 4 guldens 1,5 stuivers
41) aen den cock van St. Adriaens over " potien " aen de weese gelevert : 1 gulden 17 stuivers
42) aen Dheer Nicolaes Van Winghen tot Ninove over leveringhe van lynwaert : 2 guldens 9,5 stuivers
43) aen den procureur De Weghe over salarissen : 8 guldens 11 stuivers
44) aen dhuysvrouwe van Sr. Charle Vaerewijck over " corwatten " ( lees : korrellak , watte gemaakt van kemelshaar ) : 1 gulden 9 stuivers
45) aen dhuysvrouwe van Fr. Daumery over coop van een paer causen : 2 guldens 6 stuivers
46) aen den greffie van desen lande over het depecheren van eene acte clachte als andere greffiaele rechten op 18.08.1719 : 1 gulden 14 stuivers 1/4de
47) aen den heere proost Le Cocq als ontfangher van de kerck deser prochie over 2 jaeren cheyns dleste 1718 : 6,5 guldens
48) aen Burghemeester ende schepenen van lande
van Wedergrate mitsgaders meijer , greffier ende procureur de somme van 9
guldens 9 stuivers 1 blancke in voldoeninghe van dhelft in de helft mitsgaders
1/4de
in de andere helft van de costen geresen in
de saecke van Jan Buydens als hre. van garrant : 9 guldens 9 stuivers 3/4de
stuiver
49) aen Jan Buydens de somme van 11 guldens 15
stuivers 1 oort over het paert ende deel van de weese van het verswegen
cappitael van het schoofrecht van sekere partije meersch geleghen tot
Nedersteenhout gerekent
tot 6 deniers sjaers jeder roede : 11
guldens 15 stuivers 1/4de
50) aen Pieter Van Herreweghen cleermaeker over het maecken van een jupon : 2 guldens 4 stuivers
51) betaelt aen Jo.vre Marianne Pantecras de somme van 1 gulden 12 stuivers over 1 jaar pacht : 1 gulden 12 stuivers
52) aen den procureur De Weghe over salarissen in de saecke van Jan Buydens hre van garrant tot 1 gulden over het paert van de weese : 1 gulden
53) aen den regent van het collegie tot Geerarsberghe op 14.10.1719 : 9 guldens
54) aen Guilliam Eylenbosch de somme van 2 guldens 15 stuivers over leveringe van schoenen en het repareren van de andere : 2 guldens 15 stuivers
55) aen Jr. Egidius Gerardij " hom daffair ( lees : homme d'affaires ) " van Edele vrouwe van desen lande over een jaer verdinghden schoofrecht verschenen 1716 : 3 guldens
56) aen den afgegaenen ontfangher De Weghe over de settinghe van 1716 en hierin het paert van de weese : 4 guldens 18 stuivers
57 ) aen Seigneur Libertus Steenhault over 1 jaar verdinghde schoof verschenen 1717 alsmede over 36 jaer heerlycke rente : 13 guldens
58) aen de dochter van Jacques De Screvele tot Geeradsb. over leveringhe van keirssen ende smaut : 1 gulden 5 stuivers 3/4de
59) aen J. Jouvenau tot Geerasberghen over leveringhe van boecken ende pampier : op 05.02.1720 : 1 gulden 15 stuivers
60) aen den Regent van het collegie op 01.01.1720 : 8 guldens
61) aen Jan De Ro Armmeester deser prochie over 2 jaar chijnspacht de leste 1718 : 1,5 guldens
62) aen Jan De Ro over de " SLOORSAETTHIENDE " van het jaer 1713 volghens kwitantie van 01.02.1720 : 4 guldens
63) bij ordonnantie van Jan De Ro armmeester deser prochie betaelt 2 veertelen coorens aen Adriaen Berckmans a 11 stuivers de veertel : 1 gulden 2 stuivers
64) aen Jan Buydens over een jaer aen voorseyde weese gelevert sijne montcosten int colegie tot Geerasberghe als over het wasschen van het lijnwaert over den jaere 1718 : 75 guldens
65) aen den Eerweerden Pater Franciscus Clou regent van het Collegie van den Eerweerden P.P. Augustijnen tot Loven ( lees : Leuven ) de somme van 27 guldens courant voor 3 maenden tafelcosten , item 7 guldens 7 stuivers voor alle de rechten breeder uytwijsens desselfs quitantie op 17.04.1720 : 34 guldens 7 stuivers
66) aen de Weduwe Le Vis tot Loven over " huere van een matrasse , saerge ende slaeppelaeckens " voor deselve weese op 17.04.1720 : 3 guldens 10 stuivers
67) aen de huysvrouwe van Francis De Kinder tot Ninove over coop ende leveringhe van " neteldoecken cravatten " : 10 guldens 18 stuivers
68) aen den Regent van clooster van Sinte Adriaens over " de camer , bier ende vier ( lees : vuur ) " voor deselve weese op 20.04.1720 : 9 guldens
69) de somme van 250 guldens couranten ghelde
soo vele ter intereste gegheven aen de Weduwe Jan De Ro in sijn leven bailliu
der prochie van Waerbeke ende Nauwenhove ten advenante van den penninck 20 dus
12 guldens 10 stuivers sjaers ende beseth
op verschillende partijen binnen Waerbeke ende Nauwenhove gepasseert voor de
schepenbank van Waerbeke ende Nauwenhove op 13.03.1720 : 250 guldens
70) aen den griffier van Nauwenhove over syn recht int dispenseren van den voors. consitutiebrief : 4 guldens 3,5 stuivers
71) bij ordonnantie van Jan De Ro armmeester deser prochie over 2 veertelen coorens a 12,5 stuivers : 2 guldens 5 stuivers
72) aen diversse persoonen over leveringhe van lijnwaert : 30 guldens 3 stuivers 1/4de
73) soo vele de selve weese in diversse reysen gegheven aen " drinckgelt " sedert den 22.04.1718 tot date deser : 80 guldens 5 stuivers 1/4de
74) aen de selve weese voor een jaer montcosten tot Geerasberghen als over twasschen van de weesen lijnwaert a raete van 14 pond groot couranten gelde voor jaeren 1719 en 1720 dus in guldens : 84 guldens
75) den rendant over sijn vacatie en debvooren soo naer Geerasberghen als Loven : 23 guldens 2 stuivers
76) item pretendeert den rendant over sijne tantiesme ter causen van het ontfanghen van de penninghen hier vooren in ontfanck gebrocht : 56 guldens 10 stuivers
77) over het verschot van den Zeghel : 6,5 stuivers
78) aen dheere Peeter Vanden Abbeelen bailliu over sijn expresse vacatie : 3 guldens
79) den expresse vacatie van de Borghemeester ende scepenen : 3 guldens
80) de vacatie van den heere greffier : 3 guldens
81) te betaelen aen den heere greffier over het stellen deser rekeninghe met het lesen ende apostilleren ende het double van dien aen den rendant te leveren met den Zegel : 15 guldens 19 stuivers
82) noch te betaelen over het overleveren van de billetten ende acquiten nodig tot het stellen van dese rekeninghe : 1 gulden 4 stuivers
83) aen de clercq der greffie over diverssche opsoeckingen : 7 guldens 14 stuivers
Totale uitgheven : 1009 guldens 3,5 stuivers
Totale ontfangsten : 1139 guldens 9,5 stuivers
Hieronder volgt dan de tekst :
" ONTFANGHEN BIJ MIJ ONDERSCREVEN VAN PIETER MERTENS DE SOMME VAN 130 GULDENS 6 STUIVERS IN VOLLE VOLDOENINGHE VAN DIT ACHTERSTELLICH SLOT " op 29.11.1721
GETEKEND Getekend : Gillis
Buydens 1721
Ook getekend : Baeijens , Pr. Mertens , present
Getekend op 21.11.1720 : Pr. Vanden Abbeelen bailly 1720 , Pieter Valck burghemeester , Pieter Pleck scepenen